Examen Biochemie: Metabolisme II - Chemica

Examen Biochemie: Metabolisme II. 3e Bac. Biochemie en Biotechnologie.
Titularis: Prof. Dr. N. Callewaert. Examinatie-groep: A. Vragen: 1. Wat heeft de ...

Part of the document


Examen Biochemie: Metabolisme II. 3e Bac. Biochemie en Biotechnologie.
Titularis: Prof. Dr. N. Callewaert. Examinatie-groep: A Vragen: 1. Wat heeft de hoogste standaard-reductiepotentiaal: O2 of het
fotosynthetisch reactiecentrum P680? 2. Beschrijf de verschillende lokalisatie van PSI en PSII in de thylakoïd-
membraan, en de functie van deze verschillende lokalisatie. Geef aan hoe de
efficientie van exciton-transfer naar PSI resp. PSII wordt gereguleerd
afhankelijk van de lichtsterkte. 3. Geef de pathway weer voor synthese van acetoacetaat uit acetyl-CoA in de
lever, en voor de omzetting van acetoacetaat naar acetyl-CoA in de perifere
weefsels. Wat is de functie van dit metabolisch systeem? Waarom breken
levercellen het gevormde aceto-acetaat niet meteen weer af? 4. Leg aan de hand van de structuur van pyridoxal-5'-fosfaat uit wat de
algemene functie is van deze cofactor, en hoe het komt dat enzymen met deze
cofactor de diverse bindingen rond het C( atoom van een aminozuur kunnen
breken. 5. Leg uit hoe het komt dat er verhoogde lever ATP-synthese nodig is nog
een hele tijd na een intensieve spier-activiteit. Hoe wordt dit ATP in de
lever voornamelijk gegenereerd? 6. What do you know about the reaction mechanism of an enzyme if Michaelis-
Menten kinetics is observed?
Examen Biochemie: Metabolisme II. 3e Bac. Biochemie en Biotechnologie.
Titularis: Prof. Dr. N. Callewaert. Examinatie-groep: B Vragen: 1. Bij de beta-oxidatie van oneven-keten vetzuren bekomt men finaal
propionyl-CoA (een C3-component) dat dan moet omgezet worden naar succinyl-
CoA (een C4 component) om beta-oxidatie verder te laten doorgaan tot acetyl-
CoA. Welke cofactor is essentieel bij de radicaal-gemedieerde linearisatie
van het koolstof-skelet in deze C3 naar C4 pathway? 2. Beschrijf de functie en het werkingsmechanisme van het oxygen evolving
center (OEC) in de fotosynthese van planten en leg uit waarom de O2-
productie het hoogst is bij elke 3e lichtflash die men toedient aan donker-
geadapteerde plant chloroplasten. 3. Correleer de algemene structurele eigenschappen van de verschillende
lipo-proteine partikels met de functie in het lipide-transport van deze
verschillende lipoproteinen. 4. Hoe wordt het alfa-amino stikstof uit aminozuren uitgescheiden bij
zoogdieren? 5. Leg uit waar een individu de energie om te overleven vandaan haalt
wanneer hij/zij begint te vasten en dit 10 dagen volhoudt. Leg telkens uit
langs welke metabolische pathways ATP wordt gegenereerd. 6. Hoe wordt dTTP gevormd uit dUTP? Voor welke ziekten is deze pathway een
drug target? Leg uit hoe dit werkt.
Examen Biochemie: Metabolisme II. 3e Bac. Biochemie en Biotechnologie.
Titularis: Prof. Dr. N. Callewaert. Examinatie-groep: C Vragen: 1. Welke enzymen worden geïnhibeerd door non-steroïdale anti-inflammatoire
geneesmiddelen? Van welke componenten wordt zo de synthese geïnhibeerd? 2. Electronen die in PSI van de planten-fotosynthese worden geëxciteerd,
kunnen 2 verschillende pathways volgen. Beschrijf deze kort en vermeldt
welke lichtreactie-producten worden gevormd bij de 2 pathways. 3. In welk subcellulair compartiment gebeurt de meeste beta-oxidatie in
zoogdieren? Hoe worden vetzuren die door een cel werden opgenomen,
geactiveerd en getransporteerd naar dit compartiment? Hoe wordt dit
transport-proces gereguleerd in functie van de energie-nood van de cel? 4. Vrij ammoniak is toxisch voor zoogdieren. Glutamine fungeert als niet-
toxische ammoniak-opslag-en transportvorm bij zoogdieren. Leg uit hoe dit
werkt. 5. Leg uit welke rol het hexokinase-isozyme glucokinase speelt in de
regulatie van het bloed-glucose-gehalte. 6. Wat is jicht? Hoe staat deze aandoening in verband met het nucleotide-
metabolisme en hoe kunnen we op dit metabolisme inwerken om de aandoening
te verlichten?
Examen Biochemie: Metabolisme II. 3e Bac. Biochemie en Biotechnologie.
Titularis: Prof. Dr. N. Callewaert. Examinatie-groep: D Vragen: 1. Welk enzyme wordt geïnhibeerd door de statine-geneesmiddelfamilie? Van
welk molecule wordt de synthese zo geblokkeerd? 2. Wat is fotorespiratie en wat is hiervan de fysiologische rol? 3. Geef de pathway weer voor de synthese van palmitinezuur uitgaande van
acetyl-CoA en malonyl-CoA. 4. Aminozuren zijn energiebronnen in vast-periodes. In welk orgaan worden
ze voornamelijk gekataboliseerd? Bij dit metabolisme van aminozuren tijdens
vasten zijn transaminaties en uiteindelijke uitscheiding van de aminozuur
alfa-NH2 stikstof nodig aan een verhoogde flux. Hoe wordt de flux door de
ureum-cyclus opgereguleerd bij versnelde aminozuur-afbraak? 5. Het AMP-afhankelijk proteine kinase kan men bestempelen als de 'energie-
toestand'-meter van de cel. Bespreek de belangrijkste doelwit-enzymen van
AMPK en leg uit hoe regulatie ervan leidt tot herstel van de ATP-homeostase
in de cel. 6. Hoe worden deoxyribonucleotiden gevormd? Wat is het finale reductans dat
hierbij wordt gebruikt?