A - Examen corrige
springstof, vloeibare - boloron. springstok ? pols, polsstok. springteugel -
martingaal. springteugels - martingale. springtochtje ? uitstapje. springtor ?
springkever. springtij - giertij, springvloed. springveer ? ressort, spiraal(veer).
springvloed ? giertij, gierstroom, springtij, vloedgolf. springzaad - balsaminezaad,
balsemienzaad.